‘Oude Dorpskern is weer de ontmoetingsplaats van Barendrecht'

Gepubliceerd op donderdag 15 november 2012

Peter Jongenotter volgt woensdag 21 november Dik Buitenhuis op als voorzitter van de Vereniging Dorpskern Oud-Barendrecht. De 56-jarige ondernemer was de afgelopen jaren secretaris van de vereniging. Hij is blij dat de Oude Dorpskern tegenwoordig weer mensen uit heel Barendrecht aantrekt.

“Ik ben in deze omgeving opgegroeid en als het Koninginnedag of Bevrijdingsdag was, dan ging je naar de Oude Dorpskern. Dat is een tijd lang weggeweest. Er kwamen andere winkelcentra en het Doormanplein werd een deplorabele boel. Ook de Dorpskerk raakte in verval. Ik ben ontzettend blij dat we met elkaar de sfeer hebben teruggebracht. Ikkaner dan ook ontzettend van genieten als de Roparun door de Dorpskern komt of als er Zomer- en WinterFeest is”, vertelt Jongenotter.

“De Oude Dorpskern is weer de ontmoetingsplaats van Barendrecht”, vult Dik Buitenhuis aan. “Ik woon zelf tegenover de boerderij van mevrouw Dam. Ik zie dan mensen vanaf het Doormanplein een rondje lopen door de Oude Dorpskern. Ze staan dan altijd even stil bij de boerderij. Ze zijn dan enthousiast over het uitzicht.”

Op de vraag wat hun favoriete plek is in het oude centrum van Barendrecht hoeven de twee niet lang na te denken. “Het pleintje tussen de Watertoren en De Ontmoeting”, zegt Buitenhuis direct. “Dat is op het pittoreske af. Dat klopt gewoon”, vult Peter Jongenotter direct aan. Hij vindt het een geslaagde mengeling van oude en nieuwe gebouwen. “Als je door een historische plaats als Brielle loopt zie je dat ook.”[nbsp]

Verpauperen

Dik Buitenhuis is al vanaf de oprichting in 1994 betrokken bij de Vereniging Dorpskern Oud-Barendrecht. “Het zag er toen slecht uit met de Dorpskern en men was bang dat de buurt zou verpauperen. De gemeente deed er niet veel aan. We wilden de schouders eronder zetten om iets van de zaak te redden”, herinnert hij zich. Buitenhuis is ervan overtuigd dat de vereniging de afgelopen jaren een belangrijke rol heeft gespeeld. “Als wij er niet waren geweest, dan weet ik niet of het beschermd dorpsgezicht er was gekomen.”

Peter Jongenotter werd in 2004 benaderd door Dik Buitenhuis, die hij nog kende van zeeverkennersgroep Brandaen. “Ik ben altijd een verenigingsmens geweest en het leek me logisch om me voor de buurt in te zetten.” Hij vindt het belangrijk dat de vereniging contact onderhoudt met alle groepen die in de buurt actief zijn, zoals de gemeente, het bedrijfsleven, de horeca, de bewoners en de kerken. “We zorgen er daarmee voor dat de Dorpskern op de kaart blijft. Maar wel op een heel bescheiden manier. We hebben altijd goed bezochte jaarvergaderingen waar iedereen zijn zegjekandoen.”

Jaarvergadering

Tijdens de jaarlijkse vergadering is er op 21 november speciaal aandacht voor de ondernemers in de Oude Dorpskern. Dik Buitenhuis: “In de Dorpskern zie je een combinatie van wonen en werken. Dat is voor Barendrecht uniek.” De aftredende voorzitter maakt zich echter zorgen over de leegstand van bedrijfspanden. Hij zou hier graag meer ambachtelijke bedrijven en starters zien.

Peter Jongenotter: “We moeten oppassen dat de Oude Dorpskern geen museum wordt. Er wordt hier vijf tot zes dagen in de week gewerkt.” [nbsp]Omte zorgen dat dit zo blijft, wil de vereniging dialoog tussen de gemeente en de ondernemers op gang brengen.[nbsp]

Uitdaging

Peter Jongenotter vindt het voor de komende jaren een uitdaging om de regels van het beschermd dorpsgezicht te handhaven als er bouwplannen komen. Dan komen er immers commerciele belangen in het geding. “Ik hoop dat we elkaar in de praktijk kunnen houden aan de afpraken die gemaakt zijn. Dat is een hele opgave.” Toch heeft hij goede hoop dat de Oude Dorpskern er ook over tien jaar nog goed uitziet. “Ik verwacht dat een aantal panden dan vervangen is door nieuwbouw in harmonie met de rest. Met de bescheidenheid die de gebouwen in de Oude Dorpskern nu hebben. Er staan hier nu geen pompeuze gebouwen.”

Jongenotter hoopt dat de activiteiten die in de Oude Dorpskern georganiseerd worden, op steun van de gemeente en op sponsors kunnen blijven rekenen. Bij de organisatie van het ZomerFeest en het Winterfeest wordt samengewerkt door verschillende verengingen. “Maar wij zijn ook maar een groepje vrijwilligers. Zo’n feest kunnen we niet zelf betalen.”[nbsp]

Peter Jongenoter en Dik Buitenhuis